De kunstschilder Bertus Potlood moet een portret van de burgemeester van Permeloo maken. Als zijn zilververf opraakt, gaat hij met huisgenootje Marietje op zoek naar verf in een oude kist van zijn grootvader. Ze vinden geen verf, alleen een zwart krijtje. Dat krijtje blijkt een wonderkrijtje te zijn. Want alles wat Bertus er mee tekent en aanraakt wordt echt. Een hoge hoed, die zelfs kan praten, een fiets voor Marietje en een fornuis voor de moeder van Marietje. Een gemene man, meneer Guldemond, ook bekend onder de namen Willem Goudmijn en Kobus Gatenpet, probeert het krijtje te stelen.
De kunstschilder Bertus Potlood moet een portret van de burgemeester van Permeloo maken. Als zijn zilververf opraakt, gaat hij met huisgenootje Marietje op zoek naar verf in een oude kist van zijn grootvader. Ze vinden geen verf, alleen een zwart krijtje. Dat krijtje blijkt een wonderkrijtje te zijn. Want alles wat Bertus er mee tekent en aanraakt wordt echt. Een hoge hoed, die zelfs kan praten, een fiets voor Marietje en een fornuis voor de moeder van Marietje. Een gemene man, meneer Guldemond, ook bekend onder de namen Willem Goudmijn en Kobus Gatenpet, probeert het krijtje te stelen.