Als mensen veel geestelijke arbeid en denkwerk verrichten, komen ze slecht in hun vel te zitten. Geestelijke inspanning vraagt om lichamelijke ontspanning en omgekeerd. Wie geen balans houdt in werk met de handen en werk met het hoofd, verliest de rust in het innerlijk. Deze problematiek is van alle tijden. Augustinus van Hippo kreeg rond 400 al te maken met monniken die het niet nodig vonden om met werken hun brood te verdienen. Augustinus hekelde in De opere monachorum hun levenswijze, omdat hij ledigheid vreesde. Voor lichamelijke arbeid hoort in de dagindeling ruimte gemaakt te worden. De monnik kan dan zélf in zijn levensonderhoud voorzien en ontspant zich bovendien van de geestelijke inspanning. De opere monachorum is een verrassend werk. Er klinkt een andere zienswijze op lichaam en werk in door dan in Augustinus´ meer academische werk. Bovendien laat hij op verrassende wijze zien dat de apostel Paulus voor hem meer dan alleen maar een leraar was, die zijn denken over de menselijke natuur en de goddelijke genade beïnvloedde. Augustinus toont in dit praktische werkje hoe Paulus hem heeft geïnspireerd in zijn ontwikkeling als mens, op zoek naar een balans tussen hoofd en handen.
Recensie
Naast de Regel van Benedictus lag de Regel van Augustinus ten grondslag aan het Westerse monikkenleven, dat gekenmerkt wordt door stilte, gebed, schriftlezing, gemeenschapsleven, arbeid. Augustinus' ideeen zijn te vinden in de tekst die het 'Praeceptum' wordt genoemd. Enkele jaren na het verschijnen daarvan achtte hij zich genoodzaakt om een bepaald element nader toe te lichten, omdat sommige gemeenschappen van monniken het niet nodig vonden te werken voor het eigen onderhoud. Zij hielden zich voornamelijk bezig met bidden en preken en vertrouwden daarnaast op giften in natura. Om het goede evenwicht tussen lichaam en geest en lichamelijke arbeid te vinden, vond Augustinus het van wezenlijk belang om en geestelijke en lichamelijke arbeid te verrichten. Hij schreef daartoe 'De opere monachorum' waarin hij zijn visie op lichaam en werk ontvouwde, onder meer verwijzend naar de apostel Paulus en diens gedachten over de menselijke natuur en de goddelijke genade. Deze publicatie is nu door twee docenten klassieke talen vertaald. De tekst wordt voorafgegaan door een uitvoerig gedocumenteerde en indringende schets van het geestelijke klimaat ten tijde van het ontstaan ervan. Met overzicht van Augustinus-vertalingen. Paperback; kleine druk.
Als mensen veel geestelijke arbeid en denkwerk verrichten, komen ze slecht in hun vel te zitten. Geestelijke inspanning vraagt om lichamelijke ontspanning en omgekeerd. Wie geen balans houdt in werk met de handen en werk met het hoofd, verliest de rust in het innerlijk. Deze problematiek is van alle tijden. Augustinus van Hippo kreeg rond 400 al te maken met monniken die het niet nodig vonden om met werken hun brood te verdienen. Augustinus hekelde in De opere monachorum hun levenswijze, omdat hij ledigheid vreesde. Voor lichamelijke arbeid hoort in de dagindeling ruimte gemaakt te worden. De monnik kan dan zélf in zijn levensonderhoud voorzien en ontspant zich bovendien van de geestelijke inspanning. De opere monachorum is een verrassend werk. Er klinkt een andere zienswijze op lichaam en werk in door dan in Augustinus´ meer academische werk. Bovendien laat hij op verrassende wijze zien dat de apostel Paulus voor hem meer dan alleen maar een leraar was, die zijn denken over de menselijke natuur en de goddelijke genade beïnvloedde. Augustinus toont in dit praktische werkje hoe Paulus hem heeft geïnspireerd in zijn ontwikkeling als mens, op zoek naar een balans tussen hoofd en handen.
Recensie
Naast de Regel van Benedictus lag de Regel van Augustinus ten grondslag aan het Westerse monikkenleven, dat gekenmerkt wordt door stilte, gebed, schriftlezing, gemeenschapsleven, arbeid. Augustinus' ideeen zijn te vinden in de tekst die het 'Praeceptum' wordt genoemd. Enkele jaren na het verschijnen daarvan achtte hij zich genoodzaakt om een bepaald element nader toe te lichten, omdat sommige gemeenschappen van monniken het niet nodig vonden te werken voor het eigen onderhoud. Zij hielden zich voornamelijk bezig met bidden en preken en vertrouwden daarnaast op giften in natura. Om het goede evenwicht tussen lichaam en geest en lichamelijke arbeid te vinden, vond Augustinus het van wezenlijk belang om en geestelijke en lichamelijke arbeid te verrichten. Hij schreef daartoe 'De opere monachorum' waarin hij zijn visie op lichaam en werk ontvouwde, onder meer verwijzend naar de apostel Paulus en diens gedachten over de menselijke natuur en de goddelijke genade. Deze publicatie is nu door twee docenten klassieke talen vertaald. De tekst wordt voorafgegaan door een uitvoerig gedocumenteerde en indringende schets van het geestelijke klimaat ten tijde van het ontstaan ervan. Met overzicht van Augustinus-vertalingen. Paperback; kleine druk.