Overzichtelijk en betrekkelijk zorgeloos, dat is het dorp waar Joris Alderweireldt opgroeit, bij zijn tante en oom, de tweelingbroer van zijn vader. Het lijkt altijd mooi weer, de klokkentoren doezelt al eeuwenlang boven de huizen uit, het kasteel en het park eromheen staan aan de periferie mooi te vervallen.
Maar dan breekt de zomer aan die begint met de aankondiging dat de dodenakker rondom de kerk geruimd moet worden, en dus ook het graf van Joris' vader. Zo op het oog gaat het leventje gewoon door. Maar in het bestaan van de jonge Joris schieten steeds meer kleine barsten - en de oudere Joris, die het verhaal vertelt, ziet de tekenen in de kleinste voorvallen tijdens die hete zomer, die begint met de aanzegging en eindigt met de ruiming.
Overzichtelijk en betrekkelijk zorgeloos, dat is het dorp waar Joris Alderweireldt opgroeit, bij zijn tante en oom, de tweelingbroer van zijn vader. Het lijkt altijd mooi weer, de klokkentoren doezelt al eeuwenlang boven de huizen uit, het kasteel en het park eromheen staan aan de periferie mooi te vervallen.
Maar dan breekt de zomer aan die begint met de aankondiging dat de dodenakker rondom de kerk geruimd moet worden, en dus ook het graf van Joris' vader. Zo op het oog gaat het leventje gewoon door. Maar in het bestaan van de jonge Joris schieten steeds meer kleine barsten - en de oudere Joris, die het verhaal vertelt, ziet de tekenen in de kleinste voorvallen tijdens die hete zomer, die begint met de aanzegging en eindigt met de ruiming.