Bij het schrijven is niet zomaar een bundel interviews met schrijvers en dichters: het is een boek over schrijven en dichten. Dat wil zeggen: men komt er niets in te weten over de vakantieplannen, honden en katten, eet en bedgewoonten van de auteurs, maar des te meer over de vraag waarom iemand schrijft en vooral hoe. Hoe komt een roman tot stand, en wat is het verband tussen de manier van schrijven en het beoogde effect op de lezer? Waarom kiest een dichter een bepaalde vorm, of juist geen bepaalde vorm? In hoeverre stellen schrijvers zich eigenlijk iets voor van de inwerking op de lezers die hun geschriften hebben, en in hoeverre passen ze zich aan als ze merken dat het beoogde effect niet helemaal wordt bereikt?
Al dat soort vragen wordt gesteld in Bij het schrijven; er wordt door de ondervraagden heel precies op ingegaan, niet te pietepeuterig, maar wel nauwkeurig formulerend, zodat iedereen te weten komt hoe de vork nou eigenlijk in de steel zit. En nu ze er zo precies op ingaan, weten ze het zelf misschien ook nog iets beter dan ze het daarvoor ooit geweten hebben, komen formuleringen tot stand waar ze zelf een beetje van staan te kijken, omdat ze zich er niet zo helemaal bewust van zijn geweest, terwijl het de spijker nu juist zo op zijn kop slaat.
De geïnterviewden: Willem Brakman, Jeroen Brouwers, Gerrit Krol, Rutger Kopland en Jan Kuijper hebben minstens twee dingen met elkaar gemeen: 1 hun werk behoort tot T. van Deels persoonlijke voorkeur, en 2 ze zijn bereid om ons in hun keuken te laten kijken, om ons in te wijden in de geheimen van hun beroep.
Bij het schrijven is niet zomaar een bundel interviews met schrijvers en dichters: het is een boek over schrijven en dichten. Dat wil zeggen: men komt er niets in te weten over de vakantieplannen, honden en katten, eet en bedgewoonten van de auteurs, maar des te meer over de vraag waarom iemand schrijft en vooral hoe. Hoe komt een roman tot stand, en wat is het verband tussen de manier van schrijven en het beoogde effect op de lezer? Waarom kiest een dichter een bepaalde vorm, of juist geen bepaalde vorm? In hoeverre stellen schrijvers zich eigenlijk iets voor van de inwerking op de lezers die hun geschriften hebben, en in hoeverre passen ze zich aan als ze merken dat het beoogde effect niet helemaal wordt bereikt?
Al dat soort vragen wordt gesteld in Bij het schrijven; er wordt door de ondervraagden heel precies op ingegaan, niet te pietepeuterig, maar wel nauwkeurig formulerend, zodat iedereen te weten komt hoe de vork nou eigenlijk in de steel zit. En nu ze er zo precies op ingaan, weten ze het zelf misschien ook nog iets beter dan ze het daarvoor ooit geweten hebben, komen formuleringen tot stand waar ze zelf een beetje van staan te kijken, omdat ze zich er niet zo helemaal bewust van zijn geweest, terwijl het de spijker nu juist zo op zijn kop slaat.
De geïnterviewden: Willem Brakman, Jeroen Brouwers, Gerrit Krol, Rutger Kopland en Jan Kuijper hebben minstens twee dingen met elkaar gemeen: 1 hun werk behoort tot T. van Deels persoonlijke voorkeur, en 2 ze zijn bereid om ons in hun keuken te laten kijken, om ons in te wijden in de geheimen van hun beroep.